Gepost op

Wake me up when it’s all over

BemoedigingVorige week had ik op Twitter gemeld dat het een week van moed onderzoeken werd. Maar ook blijmoedig, grootmoedig, ontmoedigt, bemoedigt, aangemoedigd. Als er maar moed inzit. Die ingeving kwam door het beeld van koning Willem Alexander aan de zijlijn,  die Sven Kramer spiegelde door dezelfde zwiepende royale zwaaibewegingen. Zoals ik dat de coaches Ori en Kemkes ook zag doen. In gebogen houding op gelijke hoogte met de schaatser die in de bocht zijn coach tegenkomt. Spiegeling van het lichaam als aanmoediging. Ik vond het gaaf. Zo kwam ik van moed bij spiegel.

When she was just a girl, she expected the world. But it flew away from her reach, so she ran away in her sleep.   – Coldplay, Paradise

Het verbaast me hoe je innerlijke camera wordt scherpgesteld als je een besluit uitspreekt. Moed onderzoeken, naar moed en bemoediging kijken waarin jijzelf de observator wordt betekent ook dat je naar jezelf kijkt. Wij komen tot onze eigen hoogte door aandachtig in de spiegel in te kijken. De moed om te kijken naar wat er is, is natuurlijk geen wedstrijd op glad ijs maar meer een wens om je ogen te openen voor je eigen realiteit. Toch meer een innerlijke race.

Ik kijk weinig in een nietsontziende spiegel. Als ik een blik werp is het meestal een kritische. Beoordelend en aftastend, op zoek naar onvolkomenheden. Kan het ermee door,nu, vandaag of misschien volgende week?

Spiegeltje spiegeltje aan de wand…wie is het mooiste van het hele land?

Mijn vraag luidt wel iets anders, ben ik mooi genoeg? Het antwoord is elke keer anders, als ik tenminste de moeite neem het antwoord af te wachten. Hoe word ik innerlijk gaaf als ik mijn uiterlijk afwijs, en wat heeft dat nou met moed te maken? Wat spiegelt er terug?

Een gewone dinsdagochtend in 2011, een twijfelende lentedag want schapen hadden nog niet hun lammetjes voldragen, de bloesem durfde nog niet naar buiten te komen en het zonnetje was  verstopt en hees. Ik rijd met de donkerblauwe Toyota Corolla van mijn ouders die naar Californië zijn vertrokken voor een vakantie bij mijn jongste zusje, naar het AMC in Amsterdam Zuid-Oost.  De lange serie allergietesten die ik een paar weken geleden heb afgenomen, worden vandaag besproken. Zo’n vier maanden geleden ben ik opgenomen voor een acute eczeemaanval, en hoewel ik blij was dat ik een week mocht uitrusten in het ziekenhuis van de voortdurende tergende jeuk over mijn hele lijf,  ben ik ook opstandig.

Sinds mijn eerste zwangerschap in 2006 heb ik zoveel last heb van een kriebelende, prikkelende, brandende en jeukende huid. De tergende huidziekte leek nagenoeg van het toneel zijn te verdwenen, gevlucht door de hoeveelheid geluk dat in mijn leven de hoofdrol leek te pakken. Nu verbruikt mijn overactieve constitutie alle voorradige energie om infecties te bestrijden. Noodgedwongen en bovengemiddeld huismusserig moeder ik, schilder, schrijf en denk ik me een slag in de rondte. Maar ik nam ook een besluit ergens in die periode. Luister.naar.je.lichaam. Wat het me ook vertelt, hoe onaangenaam de boodschap ook is, daar zit een clue. Daar kan je iets terugvinden van gaafheid. Een geschoold en getraind vertaler kan ook de taal van het lichaam opnemen. Eens kijken of mijn vertaalcentrum me deze dienst kan leveren, en het kan vertalen naar een meer lineaire taal. Het besluit stemt me licht, ondanks het onophoudelijk geprikkel in mijn handen, de tranende ogen, het drukke hoofd, de rode hals, die brandende bovenrug en kriebelige schouder.

Terug naar de onderzoekskamer op poli D.  De piepjonge dermatoloog, niet ouder dan een jaar of 26 herhaalt de instructies die 30 jaar onveranderd zijn gebleven: veel zalven, niet langer dan 5 minuten badderen en douchen en stress zoveel mogelijk beperken. Ik heb haast: nieuwe allergieën uitsluiten en een receptje voor een hormooncrème en histamine pilletjes om al te felle uitbraken te kunnen verzachten, is mijn doel. Na bijna drie decennia ervaring wil ik niet meer ondervraagd worden of ik wel elke dag genoeg zalf, veel slaap en regelmatig leef en mijn leven stressloos heb ingericht. Geef me het recept nu maar.

Wat ik als voetnoot kwijtwil aan de arts is mijn verbazing over de afwezigheid van aandacht voor de emotionele component van deze chronische huidaandoening. Het kan toch niet anders dan het zelfbeeld aantasten, met gevolgen voor de emotionele conditie. Hij kijkt me totaal bevreemd aan. Dat is een heel andere discipline mevrouw. Wilt u daarover praten? Nou denk ik, schending is toch schending, zo binnen zo buiten…. Kip en ei. Er liggen foldertjes in de wachtkamer van de VMCE, Vereniging voor Mensen met Constitutionele Eczeem. Nee meneer de dokter, dat bedoel ik niet. De aanblik van al die aangedane huiden prikkelt me nog meer. Samen strijden tegen de traagheid van de wetenschap om met een geneesmiddel op de proppen te komen, vind ik energieverspilling. Tragische of langdradige verhalen delen op het forum trekt me nog minder. Ik ben een aantal jaren met een krabclubje in Amsterdam opgetrokken. Best gezellig hoor die gezamenlijke etentjes, wandelingen en theepartijtjes met huisgemaakte cake: maar beter werd mijn huidconditie er niet van. Er vlogen veel zalfjes en tips over de beste voeding, sporten en stressbeperking over de tafel. Nee wat ik bedoel is, uh….  het lijkt me dat jullie patiënten een beetje begeleiden daarin. Of interdisciplinair werken met bijvoorbeeld een psychiater, een psycholoog, of moderner een zen boeddhist of mindful trainer. Ja mevrouw dat doen we ook desgewenst, maar dat heeft u toch niet nodig? Nee denk ik bij mezelf, nu niet meer. Ik beoefen Kundalini yoga en ben zoveel mogelijk in de buitenlucht en lig lekker toch een heel uur in bad. Dat helpt ook.

En terwijl mijn lange zoektocht van experimenteren aan me voorbijtrekt daar op het spreekuur, ervaar ik een nieuwe houding in mezelf. Afstand tot het kwetsuur. Met zin om alle lelijke scheldwoorden hardop uit te kramen: trol, schurftnek, bultenparadijs, the Beast!! Het verademt, dat het verdriet niet meer te innig is om te voelen. Ergens na de geboorte van Sietze moet ik terug in mijn eigen velletje zijn gekropen. Als baby kon ik niet afwegen, maakbaarheid vieren of simpel positief denken. In de waanzin van de realiteit koekte ik aan en werd een lijf met verbrande resten, niet te vreten of te behappen.

Mevrouw, mevrouw…bent u er nog? De jonge dokter zwaait met de papieren van de allergietesten. Geen nieuwe allergie uitgewezen. We willen foto’s van uw  rug zodat we er als team naar kunnen kijken. Ik word naar de fotostudio verwezen waar ik meteen na het consult terecht kan. Als ik de klapdeuren uitloop bekruipt me een benauwd en bekrompen gevoel. Ik wil mijn kleding niet nog een keer uitdoen. Ik voel me juist zo sterk en licht. Zo Ingrid. Blootstaan in een ziekenhuis maakt veel emoties los, schaamte, onzekerheid, afkeer, ongeduld en gehaastheid. Het heeft nog nooit, geen enkele keer tot iets goeds en fijns geleid. Als ik de halfdonkere ruimte binnenstap zie ik een groot podium met felle lichten en een slanke middellange vrouw met halflang bruin vettig haar die rusteloos rondbanjert. “Kleed je maar uit van boven en ga op het podium staan” zegt ze nors zonder me aan te kijken. Niet dat ik een warm welkom had verwacht maar op zijn minst toch een half geruststellend gebaar, woord of blik. Net op het nippertje schakelt mijn oude mechanisme om weg te gaan uit mijn lijf, uit. Ik ervaar een piepkleine opening om bewust erbij te blijven, om met aandacht te ondergaan wat er gaat gebeuren. In de coachingswereld noemen ze dat “keuzevrijheid”. Hoera, één punt voor mij.  Met mijn bovenlijf ontkleed sta ik op het podium. Mijn armen gekruist met handen voor mijn borsten en mijn hoofd lichtjes voorovergebogen. Terwijl de klikken van de camera uitvergroot mijn oren binnenschieten, en mijn vuurrode bultige ellende gezien maar toch ook niet gezien wordt, begint er een traantje te rollen. En nog een, en nog een, het kriebelt maar ik laat het en dan stromen ze ineens allemaal eruit, alsof het overstroomt. Alle opgekropte verdriet loopt weg uit de ooghoeken over mijn wangen in mijn nek, naar mijn schouder toe. Jaren en jaren van object zijn, voer voor onderzoek, lijdend aan mijn huidziekte gutst weg, breekt los en trapt me na. In één flits is zoveel duidelijk. De gebeurtenis is niet fijn, maar de onverschilligheid en hardheid van de ene mens voor de kwetsbaarheid van de andere mens. Het bikkelharde en onbewuste. Hoe verpleegsters me met teer insmeerden. Geen zachte hand. Ik ben er zelf in gaan geloven. Dat dat de manier is om je leven te volbrengen. Hard zijn voor jezelf, zodat niemand anders je voor is, en je pijn kan doen. Dat is flinkheid. Dat is doorzetten. Iedereen vond het moedig.

Voor mijn gevoel klikt ze wel 50 x met haar rotcamera. Ze cirkelt om me heen, klik klik klik. Ik wil de zwarte verrader afpakken en in haar gezicht smijten. Maar ik loop gewoon over, verdwijn in de zee en laat me meevoeren, verder weg, verder weg van deze scene die me niets meer te bieden heeft. Geen woord komt over haar lippen, geen woord over de mijne. Dan is het gedaan en met opgeheven hoofd stap ik het podium af als ze zegt dat ze klaar is. “wil je nog een glaasje water?”Nee , daar is het nu te laat voor, Het hoeft niet meer. Niet hartelijk bedankt en tot nooit weer ziens. Snel vlucht ik die nietsontziende kamer uit, naar de parkeerautomaat en de auto. Zo snel als kan maak ik me uit de voeten van het Sodom en Gomorra van geschonden lijven.

Feeling my way through the darkness
Guided by a beating heart
I can’t tell where the journey will end
But I know where to start

In de knusse beslotenheid van de auto komt het op de A9 tot me dat je heil in een ziekenhuis zoeken enorm paradoxaal is. Daar bestaat alleen ziek en gezond. Ik ben dan in het kamp ziek ingedeeld, het ongewenste kind. De arts zit in het kamp gezond en hij lapt je op met alles wat hij in huis heeft door zijn opleiding en ervaring  tot een geaccepteerde vorm van geschonden lijf. Gesprekken in de spreekkamer zo functioneel mogelijk. Het uitgangspunt ‘ziek’ als synoniem voor in de hoek staan, ongelijkwaardig zijn. Wat heb ik me daar jarenlang onsuccesvol tegen verzet. Ik besef dat als er maar een ietsiepietsie klein miniscuul deeltje van mij gelooft in het concept ziekte, en gelooft dat in het ziekenhuis heil te vinden is, dan zal dit waargemaakt worden. Een ziekenhuis en arts bezoeken is dan onderdeel van *wens tot werkelijkheid maken, want een gedachte kun je als niets anders dan een wens zien. Mijn rol in het geheel is dus veel crucialer dan ik tot nu toe bewust was en ik heb meer invloed dan ik denk. Dan wordt het voortaan een andere wens die ik tot werkelijkheid maak. Een veel boeiendere reis waarbij ik aanmoediging en richtingaanwijzers kan gebruiken. Ik ben bereid in de spiegel te kijken want onze constitutie is ook de gesteldheid van onze medemensen.

In dat ritje naar huis ervaar ik alle verschillende emoties die samenhangen met mijn huidconditie die ik in de voorafgaande 35 jaar niet heb gevoeld. Dat is behoorlijk overspoelend maar het overweldigt niet. Klaarblijkelijk hebben we zulke ingenieuze systemen in ons lijf dat ik daar op vertrouw. Het is heerlijk louterend om bewust te worden van alle reacties en effecten die onderzoeken, opnames en ontmoetingen in het ziekenhuis op me hebben gehad. Alsof  door te erkennen slachtoffer te zijn van deze ernstige huidziekte ik me instant geen slachtoffer meer voel dat veilig weggeborgen in een diepe donkere put zich comfortabel waant. Ik kan het lijden nu zelf kiezen, lijd ik eraan of niet? Ik heb het, maar ik lijd er niet aan. Ik heb dat, maar ik ben het niet meer. Ik hoef ook niets te compenseren. Hoef niets goed te maken voor het feit dat mijn huid lelijk is. Ook al geeft schoonheid en gaafheid mijn leven zin. Een lelijk eendje zijn is zo gek nog niet want af en toe ben ik in mijn zwanengroep en voel ik me zo mooi. Dat blijft een voortdurende beweging. Vrijheid ervaar ik in het omarmen van de beperkingen die zijn ontstaan. Ik hoef niets in te halen, of beter te maken. Slechts me positief te uiten. En daarvoor heb ik moed en aanmoediging nodig. En dan volgt lichtmoedig, stoutmoedig en blijmoedig vanzelf.

Dit zegt Van Dale, Etymologisch woordenboek trouwens over moed: [flinkheid] middeln, moet, [hartstocht, drift, gemoedsbeweging, gemoed, verstand]. Hier lijkt geen verschil te worden gemaakt tussen gevoel, emotie, gemoedstoestand en verstand. Zo bezien zijn we toch weer meer heel dan we denken 🙂 Was het niet tijdens de verlichting  dat hoofd gescheiden werd van lijf? Maar weer verder op onderzoek uit met deze ontdekking op zak. Benieuwd wat nog meer onthuld wordt! Ga je mee?

So wake me up when it’s all over, when I’m wiser and I’m older. All this time I was finding myself, and I didn’t know I was lost.    – Avicii

*Wens tot werkelijkheid maken is de natuurlijke bloei van ieder mens. Bij Plata Opleidingen wordt met dit model van Marinus Knoope gewerkt en het maakt je bewust welke stappen je kan nemen om je persoonlijke doelen te halen.

** Sticks and stones can hurt your bones but words can never touch you is natuurlijk zo onwaar als wat. Als taal je tot leven kan wekken, en in leven kan houden, dan kan het je zeker ook pijn doen. Wees dus aandachtig met je woorden, communiceer geweldloos.